dinsdag 2 december 2008

Op zoek naar de duivel in Coca-Cola

Komiek, auteur, presentator, activist: het is moeilijk om Mark Thomas in één woord te omschrijven. De Londense duizendpoot heeft net een nieuw boek uit, 'Belching Out the Devil', waarin hij de wanpraktijken van Coca-Cola aanpakt. Ik sprak Thomas over het boek tijdens de European Investigative Journalism Conference die eind november in Brussel plaatsvond.

In uw nieuw boek neemt u het op tegen Coca-Cola. Waarom hebt u gekozen om net over dit bedrijf te schrijven?
Er zijn veel redenen. Eén reden is dat ze het grootste merk ter wereld zijn. Ze zijn niet het grootste bedrijf, maar wel het grootste merk. Ten tweede is het geen wapenfabriek, geen tabaksbedrijf en geen oliemaatschappij, dus ze zijn niet de 'usual suspects'. Om die twee redenen wilde ik een soort casestudy maken over globalisering en de manier waarop multinationals te werk gaan en met hun verantwoordelijkheid omgaan. En daarnaast, als kind hield ik ongelooflijk van Coca-Cola. Ze geven jaarlijks 2,5 miljard dollar (2 miljard euro) uit aan reclame en een deel van dat geld is aan mij besteed. Ze kwamen dus eerst achter mij aan. Nu ga ik achter hen aan.

Hebt u ook voor Coca-Cola gekozen omdat het een icoon van het Westerse kapitalisme is?
Ja, maar het gaat eigenlijk veel verder dan Amerika. Veel mensen beschouwen Coca-Cola als een Amerikaans bedrijf, maar het is een internationaal bedrijf. in 2006 rekende ik uit dat ze omwille van hun "belastingsefficiency" slechts 22,8% belastingen betalen in plaats van de gebruikelijke 35%. Dat komt onder meer doordat veel van hun activiteiten in het buitenland gevestigd zijn. Hierdoor verliest Amerika elk jaar een miljard dollar (800 miljoen euro) aan belastingsinkomsten van Coca-Cola. Dat zou ik geen Amerikaans bedrijf durven noemen.

Het boek handelt over een heel ernstig onderwerp. Hoe verleidt u het publiek om er toch over te lezen?
Eén manier is om zelf naar alle belangrijke plaatsen te gaan en de mensen er te ontmoeten en rechtstreeks met hen te praten. Zo komen alle stemmen van de mensen onderaan de ladder aan bod. Hun verhalen zijn ongelooflijk sterk en ontroerend. Ze zijn niet enkel ontroerend omwille van de benarde situatie waarin ze zich bevinden, maar ze zijn aangrijpend en inspirerend omwille van de acties die ze ondernamen om het bedrijf uiteindelijk te verslaan. Dat is echt opwindend. Zo krijg je uiteindelijk allemaal enorm interessante mensen bij elkaar. Ik denk dat het belangrijkst is om alles ook als een verhaal te vertellen, zodat het een reis wordt. En omdat ik mijn carrière als komiek begonnen ben, zie ik de dingen op een bepaalde manier. Ik merk dingen op die je alleen als komiek zou zien en brei daar op voort. Sommige van die zaken zijn echt bizar en sommige zijn dan weer erg grappig. Hopelijk zijn die grappige observaties genoeg om de lezer geboeid te houden.

Humor speelt dus een belangrijke rol. Hangt daar geen risico aan vast dat het ook uw geloofwaardigheid ondermijnt? Men zou kunnen denken: "Oh, hij is er gewoon mee aan het spotten."
Je kan dat doen, maar humor benadrukt ook de kloof tussen wat belangrijk is en wat niet. Als je iets bespreekt dat ongelooflijk ernstig en belangrijk is, dan maakt het niet uit dat je een paar pagina's eerder de draak aan het steken was. Trouwens, het leven is zo. Het leven is niet zwart of wit, grappig of triest. Het is een mix van verschillende ervaringen, die allemaal deel uitmaken van dezelfde reis. Twee van mijn favoriete filmmakers zijn Ken Loach en Mike Leigh en hun verhalen zijn altijd grappig en altijd triest. Als het goed genoeg is voor hen, is het goed genoeg voor mij.


U hebt heel wat onderzoek gedaan voor u aan het boek begon. Was u desondanks verrast door sommige van de verhalen die u op uw reizen tegenkwam?

Ja, zeker en vast. Toen ik naar een land als India ging, wist ik niet precies waar ik aan toe was. Ik wist waar we zouden beginnen, maar ik wist niet hoe het vandaar zou verlopen en wie ik zou ontmoeten. Ik leerde een fantastische kerel kennen die we tot in Jaipur zijn gevolgd en terwijl we hem aan het volgen waren, sleurde een andere kerel ons mee. Hij stelde ons voor aan tijdelijke werkkrachten die gedwongen werden om zonder maskers, beschermende kledij of veiligheidsmateriaal met chemische stoffen te werken, allemaal voor Coca-Cola. De enige keer dat ze veiligheidsmateriaal zagen, was wanneer de auditoren langskwamen. Dat was shockerend, omdat het om die mensen hun leven gaat. Daar kan je niet zomaar mee spelen. Tot op een zekere hoogte kan je zeggen dat frisdrank en agressieve marketing een ding is, maar mensen hun leven echt in gevaar brengen, is van een heel ander niveau.

U vindt het blijkbaar erg belangrijk om de problematiek die u behandelt een menselijk gezicht te geven.
Ja, absoluut. Al deze verhalen zijn menselijk, er spelen allemaal mensen in mee. En als lezers zich niet kunnen vereenzelvigen met die menselijke verhalen, ga je steeds minder mensen krijgen die erover lezen. Dan zal je enkel nog diegenen bereiken die heel geïnteresseerd zijn in dat specifieke onderwerp. Ik wil net dat zoveel mogelijk mensen het boek lezen. Ik wil dat mensen weten dat Coca-Cola's grootste problemen van gewone mensen komen. De mensen die teruggevochten hebben tegen de uitwassen en wantoestanden van Coca-Cola zijn gewone mensen die in situaties terechtkwamen waarin ze gedwongen werden om te vechten. En ze hebben het er fantastisch van afgebracht.

Geen opmerkingen: