zondag 21 december 2008

Beamups: een revolutie in nieuwsdistributie

"Make news, make money!" Met die catchy slogan werd op 15 december de bètaversie van het online nieuwsdistributieplatform beamups.com gelanceerd. Het doel van de website: de oude manier van nieuwsgaring en nieuwsdistributie radicaal veranderen.

Beamups is het geesteskind van Boaz Eshtai en Yosi Romano, twee Israëlische cameramannen. Samen hebben ze meer dan 35 jaar ervaring in de nieuwsindustrie. Alleen, zonder zelf de beeldrechten te bezitten op ook maar één van hun nieuwsverslagen.

De twee bleven niet bij de pakken zitten. Ze spraken hun contacten in de nieuwsindustrie aan en kwamen met een totaal nieuw concept voor de distributie van nieuwsbeelden op de proppen.

Het resultaat is Beamups, een online platform waar journalisten en cameramensen videofragmenten kunnen uploaden, die daarna rechtstreeks door televisie-omroepen kunnen gekocht worden.

Wat is dan het verschil met de manier waarop persagentschappen werken, hoor ik u denken. Bij een persagentschap sta je al je rechten meteen af als je bepaalde beelden verkoopt. Zij verkopen dit op hun beurt verder aan televisie-omroepen, zoveel als ze willen en zonder hiervoor iets extra aan de originele auteur te betalen.

Bij Beamups houd je steeds zelf de rechten op jouw beelden in handen en kan je deze zoveel doorverkopen als je wilt. Bij elke transactie word je ook steeds betaald. Hoeveel dat is, bepaal je zelf door een verkoopsom vast te leggen.

Op bestelling

Beamups brengt nog een ander groot voordeel met zich mee. Nu worden nieuwsbeelden nog grotendeels 'op bestelling' gedraaid. Persagentschappen en televisie-omroepen sturen cameraploegen naar 's werelds brandhaarden, maar heel wat andere sterke verhalen gaan grotendeels verloren omdat er geen (video)journalisten aanwezig zijn.

Via Beamups kan een journalist of cameraman genoeg geld verdienen met beelden die hij op eigen initiatief maakt. Om de geloofwaardigheid van het systeem te bevorderen, krijgt iedere gebruiker een 'credibility'-label toegekend aan de hand van verschillende parameters, zoals het aantal verkochte beelden.

Maar voor niets gaat de zon op. Beamups biedt (video)journalisten een uniek kanaal aan om hun beelden zelf te verspreiden, maar roomt bij elke transactie wel 30 procent van de verkoopsom af. Daarmee blijft het systeem in principe wel nog altijd een stuk winstgevender dan wanneer je beelden doorverkoopt aan een persagentschap.

Studentenwedstrijd

Om de lancering van Beamups te vieren, organiseert het nieuwsplatform een videowedstrijd voor media- en journalistiekstudenten. Onder de winnaars wordt een geldprijs van 2.500 dollar (1.775 euro) verdeeld.

De wedstrijd loopt van 15 december tot 31 januari. De werktaal (voor voice-overs en ondertiteling) is Engels. Alle details en een inschrijvingsformulier vind je
hier.


dinsdag 2 december 2008

Op zoek naar de duivel in Coca-Cola

Komiek, auteur, presentator, activist: het is moeilijk om Mark Thomas in één woord te omschrijven. De Londense duizendpoot heeft net een nieuw boek uit, 'Belching Out the Devil', waarin hij de wanpraktijken van Coca-Cola aanpakt. Ik sprak Thomas over het boek tijdens de European Investigative Journalism Conference die eind november in Brussel plaatsvond.

In uw nieuw boek neemt u het op tegen Coca-Cola. Waarom hebt u gekozen om net over dit bedrijf te schrijven?
Er zijn veel redenen. Eén reden is dat ze het grootste merk ter wereld zijn. Ze zijn niet het grootste bedrijf, maar wel het grootste merk. Ten tweede is het geen wapenfabriek, geen tabaksbedrijf en geen oliemaatschappij, dus ze zijn niet de 'usual suspects'. Om die twee redenen wilde ik een soort casestudy maken over globalisering en de manier waarop multinationals te werk gaan en met hun verantwoordelijkheid omgaan. En daarnaast, als kind hield ik ongelooflijk van Coca-Cola. Ze geven jaarlijks 2,5 miljard dollar (2 miljard euro) uit aan reclame en een deel van dat geld is aan mij besteed. Ze kwamen dus eerst achter mij aan. Nu ga ik achter hen aan.

Hebt u ook voor Coca-Cola gekozen omdat het een icoon van het Westerse kapitalisme is?
Ja, maar het gaat eigenlijk veel verder dan Amerika. Veel mensen beschouwen Coca-Cola als een Amerikaans bedrijf, maar het is een internationaal bedrijf. in 2006 rekende ik uit dat ze omwille van hun "belastingsefficiency" slechts 22,8% belastingen betalen in plaats van de gebruikelijke 35%. Dat komt onder meer doordat veel van hun activiteiten in het buitenland gevestigd zijn. Hierdoor verliest Amerika elk jaar een miljard dollar (800 miljoen euro) aan belastingsinkomsten van Coca-Cola. Dat zou ik geen Amerikaans bedrijf durven noemen.

Het boek handelt over een heel ernstig onderwerp. Hoe verleidt u het publiek om er toch over te lezen?
Eén manier is om zelf naar alle belangrijke plaatsen te gaan en de mensen er te ontmoeten en rechtstreeks met hen te praten. Zo komen alle stemmen van de mensen onderaan de ladder aan bod. Hun verhalen zijn ongelooflijk sterk en ontroerend. Ze zijn niet enkel ontroerend omwille van de benarde situatie waarin ze zich bevinden, maar ze zijn aangrijpend en inspirerend omwille van de acties die ze ondernamen om het bedrijf uiteindelijk te verslaan. Dat is echt opwindend. Zo krijg je uiteindelijk allemaal enorm interessante mensen bij elkaar. Ik denk dat het belangrijkst is om alles ook als een verhaal te vertellen, zodat het een reis wordt. En omdat ik mijn carrière als komiek begonnen ben, zie ik de dingen op een bepaalde manier. Ik merk dingen op die je alleen als komiek zou zien en brei daar op voort. Sommige van die zaken zijn echt bizar en sommige zijn dan weer erg grappig. Hopelijk zijn die grappige observaties genoeg om de lezer geboeid te houden.

Humor speelt dus een belangrijke rol. Hangt daar geen risico aan vast dat het ook uw geloofwaardigheid ondermijnt? Men zou kunnen denken: "Oh, hij is er gewoon mee aan het spotten."
Je kan dat doen, maar humor benadrukt ook de kloof tussen wat belangrijk is en wat niet. Als je iets bespreekt dat ongelooflijk ernstig en belangrijk is, dan maakt het niet uit dat je een paar pagina's eerder de draak aan het steken was. Trouwens, het leven is zo. Het leven is niet zwart of wit, grappig of triest. Het is een mix van verschillende ervaringen, die allemaal deel uitmaken van dezelfde reis. Twee van mijn favoriete filmmakers zijn Ken Loach en Mike Leigh en hun verhalen zijn altijd grappig en altijd triest. Als het goed genoeg is voor hen, is het goed genoeg voor mij.


U hebt heel wat onderzoek gedaan voor u aan het boek begon. Was u desondanks verrast door sommige van de verhalen die u op uw reizen tegenkwam?

Ja, zeker en vast. Toen ik naar een land als India ging, wist ik niet precies waar ik aan toe was. Ik wist waar we zouden beginnen, maar ik wist niet hoe het vandaar zou verlopen en wie ik zou ontmoeten. Ik leerde een fantastische kerel kennen die we tot in Jaipur zijn gevolgd en terwijl we hem aan het volgen waren, sleurde een andere kerel ons mee. Hij stelde ons voor aan tijdelijke werkkrachten die gedwongen werden om zonder maskers, beschermende kledij of veiligheidsmateriaal met chemische stoffen te werken, allemaal voor Coca-Cola. De enige keer dat ze veiligheidsmateriaal zagen, was wanneer de auditoren langskwamen. Dat was shockerend, omdat het om die mensen hun leven gaat. Daar kan je niet zomaar mee spelen. Tot op een zekere hoogte kan je zeggen dat frisdrank en agressieve marketing een ding is, maar mensen hun leven echt in gevaar brengen, is van een heel ander niveau.

U vindt het blijkbaar erg belangrijk om de problematiek die u behandelt een menselijk gezicht te geven.
Ja, absoluut. Al deze verhalen zijn menselijk, er spelen allemaal mensen in mee. En als lezers zich niet kunnen vereenzelvigen met die menselijke verhalen, ga je steeds minder mensen krijgen die erover lezen. Dan zal je enkel nog diegenen bereiken die heel geïnteresseerd zijn in dat specifieke onderwerp. Ik wil net dat zoveel mogelijk mensen het boek lezen. Ik wil dat mensen weten dat Coca-Cola's grootste problemen van gewone mensen komen. De mensen die teruggevochten hebben tegen de uitwassen en wantoestanden van Coca-Cola zijn gewone mensen die in situaties terechtkwamen waarin ze gedwongen werden om te vechten. En ze hebben het er fantastisch van afgebracht.

zaterdag 29 november 2008

New York New York

Velen verklaarden me gek, maar ik besloot het er toch op te wagen. Het gaat over mijn blitzbezoek aan New York city vorige winter. New York in 48 uur! Als ik het zo hoor klinkt het inderdaad een beetje krankzinnig en dat was het ook. Wat volgt is het verslag van twee dolle dagen. Vanop het Empire State Building over The Hudson met de heli en via Madison Square Garden tot Ground Zero! What a rush!



Om 9 uur in Brussel vertrekken en om 11 in New York aankomen, dat moet je kunnen hè. Amper 2 uur na de landing stond ik al op de top van het dak van New York, bovenop het Empire State Building! Het uitzicht was adembenemend, or so I've been told want de zichtbaarheid boven was vrij slecht. Maar ja wat doe je, je bent er, je hebt je aan een strak schema te houden en bovendien waren de tickets al van thuis besteld!

Met de voetjes op de begane grond 'sjeesden' we doorheen de stad waar een georchestreerde chaos heerst. Een moment van bezinning was aangebroken en ik stapte St. Paul’s Cathedral binnen. Ooit een opvallende kathedraal, nu versmacht door de wolkenkrabbers errond. Van daar ging het naar Grand Central Station, met zijn enorme inkomhal. De tijd vliegt werkelijk zeker als je maar twee dagen hebt, we gaan voor een snelle hap in een pizzatent. Nou laat die snel maar achterwege, het cliché klopt! Everything is bigger in The States. Ik bestel een bescheiden peperoni, maar Luigi serveert me werkelijk een mastodont van een pizza! "I ordered the small one", zei ik vriendelijk. "That iiiiis the small one dude", repliceerde hij met een sappig Amerikaans accent.


Na even mijn ogen de kost te hebben gegeven op Times Square, werd het stilaan tijd voor de ‘main event’. Een bezoek aan de legendarische sporttempel: Madison Square Garden, thuishaven van de al even legendarische basketbalploeg de New York Knicks. En hoewel de wedstrijd om 03.00u Belgische tijd begon, was ik ‘pumped up’ voor een lekkere pot NBA basketbal. Na de ontgoocheling van de nipt verloren partij te hebben doorgespoeld werd het tijd om even mijn bed op te zoeken.


Die nachtrust was van korte duur, slechts een vijftal uurtjes later was ik van mijn Starbucks koffie aan het slurpen, de route voor de dag uitstippelend. Op het menu: Vrijheidsbeeld, Ground Zero en een helikoptervlucht over de Hudson. Er heerste mogelijk nog meer drukte dan de dag ervoor. De reden hiervoor was dat de New York Giants, het plaatselijke American Football team de dag ervoor de Superbowl hadden gewonnen, hét sportevenement van het jaar in Amerika. Op een bus werden de helden doorheen ‘The Canyon of Fame’ gevoerd, waar ze door meer dan 1 miljoen mensen werden toegejuicht.
Doch, dat stond eigenlijk niet op het programma dus wij trokken met de boot richting Staten Island, even voelde ik me als een echte immigrant, zoekend naar een nieuw bestaan in het land van de ongekende mogelijkheden. En dan, plots uit de mist opdoemend, groter dan ik ooit had gedacht stond ze daar:
Lady Liberty.

Na een rondleiding op Ellis Island, de plaats waarlangs alle immigranten moesten passeren om het land binnen te komen, ging het richting Ground Zero. Waar men ooit op de Twin Towers kon staan, waant men zich nu op een immense bouwwerf. Maar de aanblik van de gedenktekens voor alle slachtoffers, net als de timeline waarop minuut per minuut de gebeurtenissen van 11 september worden beschreven deden mij toch even slikken. Om de gevoelige snaar helemaal te raken speelde een dakloze Amazing Grace. Akkoord het lijkt allemaal wat melodramatisch, maar op dat moment stond de tijd voor mij toch even stil.
Bij valavond stond ons nog een helikoptervlucht over de Hudson te wachten. Deze korte vlucht gaf een schitterend beeld van de New Yorkse skyline.

Na nog een kleine ochtendwandeling in Central Park was het tijd om de aftocht te blazen. Twee dagen is echt weinig, maar mocht ik de kans krijgen, ik vertrok meteen opnieuw. Van de terugreis herinner ik me bijzonder weinig, niet onlogisch denk ik dus: slaapwel en tot de volgende keer.

dinsdag 25 november 2008

Hoe verkoop je Europa?

Afgelopen dinsdag ging op Canvas het tweede deel van de historische documentairereeks ‘In Europa’ van start. Geert Mak, presentator van de televisiereeks en auteur van gelijknamige boek, gaf op vrijdag 21 november een lezing in Brussel getiteld 'Hoe verkoop je Europa?'.

Mak was de eerste om toe te geven dat het onderwerp van de lezing nogal ongelukkig geformuleerd was. Het doel was eerder om te tonen hoe journalisten van 'Europa' een leesbaar en herkenbaar onderwerp kunnen maken.

De Nederlandse journalist schoot het debat op gang met een huizenhoog maar waar cliché: Brussel is niet ‘sexy’. “Hoewel Brussel het centrum is van het Europese politieke reilen en zeilen, is dit vooral enkel leuk voor insiders.

“Wat in Brussel gebeurt, past – in tegenstelling tot de nationale en regionale politieke arena – niet bij de regels van het drama en theater. Dit maakt het extreem moeilijk om een aantrekkelijk verhaal over de EU te schrijven”, zegt de Nederlander.

Zijn oordeel is even eenvoudig als ontnuchterend: te veel instellingen, te weinig menselijke gezichten.

Joe the Plumber

Hoe kan je dan over de EU verslag uitbrengen op een manier die de aandacht van het publiek trekt? “De sleutel ligt bij het verbinden van wat men in Brussel beslist met de burgers die door deze maatregelen getroffen worden.

“Amerikaanse journalisten zijn hier meesters in . Ze zijn heel goed in verbanden leggen tussen Washington DC en Joe the Plumber
, om het zo te zeggen. In Europa doen we dit niet.

“Als journalisten hier mensen aan het woord laten, interviewen ze de fabrieksdirecteur, niet de arbeider. Je moet dus voortdurend in- en uitzoomen en heen en terug gaan tussen enerzijds Brussel en anderzijds het effect van EU op het dagelijkse leven.

“Maar dit is zeker geen oproep voor meer triviale straatinterviews. Nee, je moet interessante mensen vinden die echt iets te zeggen hebben. Op die manier geef je ‘Europa’ een menselijk gezicht en dat is essentieel om je lezer aan te trekken.”

Zuid-Koreaans

En dat is net wat Mak van plan was toen hij in 1999, aan de vooravond van het nieuwe millennium, op een jaar lange reis door het Oude Continent vertrok.

Eerst verscheen er een reeks artikelen in
de Nederlandse kwaliteitskrant NRC Handelsblad, gevolgd door 'In Europa', een turf over de turbulente geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw.

'In Europa’ schoot in Nederland meteen naar de top van de bestsellerslijst en op de golven van dit succes kwam er een 35-delige televisieserie gebaseerd op het boek die sinds deze week terug op Canvas te zien is.

Intussen werd het boek al in vijftien talen vertaald, met zelfs een Zuid-Koreaanse versie die binnenkort verschijnt.

Mak heeft een eenvoudige verklaring voor dit succes: "Mensen zijn echt wel geïnteresseerd in Europa. Ik merkte een enorme gretigheid naar kennis over Europa. Je moet het verhaal gewoon op een aantrekkelijke manier vertellen.”

Geen babysitters


Tot slot gaf Mak zijn collega-journalisten nog twee tips mee om hun verslaggeving over Europa te verbeteren.

“Eerst en vooral moeten we onze nationale loopgraven verlaten en als Europeanen beginnen te denken en verslag geven. Amerikaanse correspondenten zijn in dat opzicht het beste voorbeeld.

“Omdat ze van nature uit een zekere afstand hebben ten opzichte van de EU, komen de beste artikels over Europa van hun pen”, zegt Mak.

“Ten tweede moeten we onze politiek loopgraven verlaten. Wij, journalisten, geraken vaak ongewild verstrikt in het politieke systeem waar we over schrijven. Bijna iedereen van ons is gefascineerd door de Europese ervaring.

We willen dus geen deel uitmaken van het kamp van de nationalisten of anti-Europeanen en zijn daarom niet altijd even kritisch als we zouden moeten zijn.”

Daarom hield Mak een warm pleidooi voor een meer kritische benadering van de EU. “Onze taak is niet om Europa te verkopen, maar om zo kritisch mogelijk te zijn.

“Europa heeft nu meer dan ooit nood aan kritische journalisten. Wij zijn geen babysitters, maar spionnen in opdracht van onze hedendaagse vorst, de lezers en kijkers van ons werk.”

Mauro and the Grooms in het Stuk, Leuven

Voor Mauro Pawlowski en zijn Grooms het Leuvense Stuk zouden leren hoe rock-'n-roll vandaag moet klinken, was het eerst aan Vermin Twins, het groepje van Lotte Vanhamel (jawel, zus van) en Micha Volders, ook drummer bij El Guapo Stuntteam. Met de Vermin Twins brengen zij een vreemde, Prince-eske mengeling van Melt Banana en Daft Punk. Die mengeling werkte niet het hele optreden lang even goed, maar heel vaak was het er wel pal op. Dankzij de aanstekelijke maar niet echt radiovriendelijke songs, maar ook dankzij de soms wel heel erg hyperkinetische moves van zowel Volders als Vanhamel. Niet iedereen was even erg onder de indruk, maar laat u gerust binnenkort zélf overtuigen. Op 20 december staan ze in de AB voor EXIT '08, met ook, onder andere, Gorillaz Sound System.

Tijdens de soundcheck voor het optreden van The Grooms kwam ook Mauro al op, en prompt maakten enkele toeschouwers verafgodingsgebaren - als dat een woord is. Dat gaat ons een beetje te ver, maar het zegt wel veel over Mauro's status in de Belgische muziek. Naast zijn jobje als gitarist bij dEUS heeft hij nog duizenden heel verschillende projecten lopen: van onbeluisterbare free jazz over bijna easy-listening powerpop tot heel sferische 'muziek'. Op de afgelopen editie van "De Nachten" kon je Mauro in maar liefst acht van zijn gedaantes gaan zien. Hoewel niet alles kwalitatief even hoogstaand was, scheen het daar toch zwaar de moeite te zijn.

Maar terug naar het concert van 19 november. Dat begon met heel wat nummers van de enige langspeler die the Grooms voorlopig al uit hebben, "Black Europa" (2004). Die plaat mag dan bij het grote publiek niet zo bekend zijn, de aanwezige fans kenden ze zeker wel. Terecht, want "Black Europa" is misschien een van de beste Belgische platen ooit. Op die plaat brengt hij rock-'n-roll, 'loud enough for the boys, and sexy enough for the girls' zoals ook Josh Homme zijn muziek het liefst brengt.
Na een paar nummers volgden enkele van de nieuwe nummers die op de volgende plaat, "Days To Burn", zouden moeten komen. Op het optreden in de Charlatan, dit voorjaar nog, leek het er nog naar dat er ooit wel eens een nieuwe plaat zou komen. Ondertussen is de plaat wel helemaal opgenomen, maar zou Mauro niet bepaald tevreden zijn met de opnames. Alles moet dus opnieuw opgenomen worden, en het is maar de vraag of het ooit nog zover zal komen.
Ook misschien omdat die nieuwe nummers nog niet zo af zijn. Ze klonken nog lang niet zo voldragen als de andere Groomsnummers. Eentje begon zelfs als slechte stadionrock, maar tegen het einde was dat alweer lang vergeten. Maar natuurlijk zitten er ook weer pareltjes tussen die nieuwe nummers. 'Leaving Montreux' en het prachtige 'Out Of The Storm' bijvoorbeeld (hier te beluisteren in een solosessie voor StuBru).
En bovendien zagen we een Mauro in goeden doen. Al hadden de hoeveelheden drank voor het optreden daar misschien wel wat mee te maken. Toen bleek dat een nummer was ingezet met Mauro op de verkeerde gitaar, merkte hij op dat het the Beatles - heuse professionals, nietwaar - niet snel zou overkomen. Een bandje ook waar we nog veel van zullen horen volgens muziekkenner Pawlowski. En zo volgden er nog wel een paar geintjes. Gelukkig bleef de muziek op het eerste plan, zoals dat hoort.
In de bissen volgden nog enkele nummers van de uitstekende "Ghost Rock EP". Memorabel was, alweer, de 'Dance Of The Grooms' waarmee the Grooms elk concert afsluiten. Rondom mij gingen enkele mannen op leeftijd geweldig uit hun dak. Enkele Leuvense en Brusselse 'Gommers' zouden later die avond hetzelfde doen.
(foto van karolien123, flickr)

donderdag 13 november 2008

Brand bij Dakan, brand bij Dakan (2).

Het is ondertussen al bijna twee weken geleden dat twee van de lokalen van onze Chiro uitbrandden. Onder mijn berichtje enkele foto's.
In tussentijd hebben we niet stilgezeten. Na een zogenaamd ontspanningsweekend, vorig weekend, zijn we er op Wapenstilstand weer ingevlogen. Althans, in zover dat mogelijk is. Want door het hele gedoe met verzekeringen en andere moet alles nog zoveel mogelijk onaangeraakt blijven. Maar ideeën en ideetjes hebben we ondertussen wel al.

Dit jaar bestaat de 'grote Chiro', Chiro Nationaal, 75 jaar. En naar aanleiding van die verjaardag was er al een grootse Startdag in Gent, begin september. Midden december volgt er nog een gigantische 'Fuif mee'-actie, eind april is er Olé Pistolé en het feestjaar wordt afgesloten met het vierjaarlijkse megabivak Krinkel. Maar het hele jaar door zijn er ook stunts die de chiro in de kijker moeten brengen, onder de noemer 'stunt mee'.

En ook Chiro Dakan zal meestunten. Uiteraard. Door op 75 uur de twee uitgebrande lokalen weer zo goed als nieuw en heel erg chiro te maken. Dat zal heel wat voorbereiding vragen, maar we zijn met zijn allen heel enthousiast. Maar daarnaast zal dat ook heel wat centjes vragen. Die centjes gaan we inzamelen door sponsors. Die sponsors zullen ons kunnen sponsoren aan 1 euro per minuut, wat natuurlijk geen geld is. Het verdere hoe, wat en wanneer moeten we nog beter bekijken, maar zie: het idee is er al.
Later hierover meer.
Maar nu eerst: foto's voor de betere ramptoerist. Deze blog heet niet voor niets de betere blog.


Zicht op de twee uitgebrande lokalen.


De ene kant van het leiderslokaal, met een whiteboard dat de brand net niet overleefd heeft.


De andere kant, met onder andere een onbruikbare koelkast.


De keuken doorstond de brand wat beter. Maar ook de pompoenen die we de volgende dag zouden uithollen, zijn onbruikbaar geworden.