dinsdag 25 november 2008

Hoe verkoop je Europa?

Afgelopen dinsdag ging op Canvas het tweede deel van de historische documentairereeks ‘In Europa’ van start. Geert Mak, presentator van de televisiereeks en auteur van gelijknamige boek, gaf op vrijdag 21 november een lezing in Brussel getiteld 'Hoe verkoop je Europa?'.

Mak was de eerste om toe te geven dat het onderwerp van de lezing nogal ongelukkig geformuleerd was. Het doel was eerder om te tonen hoe journalisten van 'Europa' een leesbaar en herkenbaar onderwerp kunnen maken.

De Nederlandse journalist schoot het debat op gang met een huizenhoog maar waar cliché: Brussel is niet ‘sexy’. “Hoewel Brussel het centrum is van het Europese politieke reilen en zeilen, is dit vooral enkel leuk voor insiders.

“Wat in Brussel gebeurt, past – in tegenstelling tot de nationale en regionale politieke arena – niet bij de regels van het drama en theater. Dit maakt het extreem moeilijk om een aantrekkelijk verhaal over de EU te schrijven”, zegt de Nederlander.

Zijn oordeel is even eenvoudig als ontnuchterend: te veel instellingen, te weinig menselijke gezichten.

Joe the Plumber

Hoe kan je dan over de EU verslag uitbrengen op een manier die de aandacht van het publiek trekt? “De sleutel ligt bij het verbinden van wat men in Brussel beslist met de burgers die door deze maatregelen getroffen worden.

“Amerikaanse journalisten zijn hier meesters in . Ze zijn heel goed in verbanden leggen tussen Washington DC en Joe the Plumber
, om het zo te zeggen. In Europa doen we dit niet.

“Als journalisten hier mensen aan het woord laten, interviewen ze de fabrieksdirecteur, niet de arbeider. Je moet dus voortdurend in- en uitzoomen en heen en terug gaan tussen enerzijds Brussel en anderzijds het effect van EU op het dagelijkse leven.

“Maar dit is zeker geen oproep voor meer triviale straatinterviews. Nee, je moet interessante mensen vinden die echt iets te zeggen hebben. Op die manier geef je ‘Europa’ een menselijk gezicht en dat is essentieel om je lezer aan te trekken.”

Zuid-Koreaans

En dat is net wat Mak van plan was toen hij in 1999, aan de vooravond van het nieuwe millennium, op een jaar lange reis door het Oude Continent vertrok.

Eerst verscheen er een reeks artikelen in
de Nederlandse kwaliteitskrant NRC Handelsblad, gevolgd door 'In Europa', een turf over de turbulente geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw.

'In Europa’ schoot in Nederland meteen naar de top van de bestsellerslijst en op de golven van dit succes kwam er een 35-delige televisieserie gebaseerd op het boek die sinds deze week terug op Canvas te zien is.

Intussen werd het boek al in vijftien talen vertaald, met zelfs een Zuid-Koreaanse versie die binnenkort verschijnt.

Mak heeft een eenvoudige verklaring voor dit succes: "Mensen zijn echt wel geïnteresseerd in Europa. Ik merkte een enorme gretigheid naar kennis over Europa. Je moet het verhaal gewoon op een aantrekkelijke manier vertellen.”

Geen babysitters


Tot slot gaf Mak zijn collega-journalisten nog twee tips mee om hun verslaggeving over Europa te verbeteren.

“Eerst en vooral moeten we onze nationale loopgraven verlaten en als Europeanen beginnen te denken en verslag geven. Amerikaanse correspondenten zijn in dat opzicht het beste voorbeeld.

“Omdat ze van nature uit een zekere afstand hebben ten opzichte van de EU, komen de beste artikels over Europa van hun pen”, zegt Mak.

“Ten tweede moeten we onze politiek loopgraven verlaten. Wij, journalisten, geraken vaak ongewild verstrikt in het politieke systeem waar we over schrijven. Bijna iedereen van ons is gefascineerd door de Europese ervaring.

We willen dus geen deel uitmaken van het kamp van de nationalisten of anti-Europeanen en zijn daarom niet altijd even kritisch als we zouden moeten zijn.”

Daarom hield Mak een warm pleidooi voor een meer kritische benadering van de EU. “Onze taak is niet om Europa te verkopen, maar om zo kritisch mogelijk te zijn.

“Europa heeft nu meer dan ooit nood aan kritische journalisten. Wij zijn geen babysitters, maar spionnen in opdracht van onze hedendaagse vorst, de lezers en kijkers van ons werk.”

Geen opmerkingen: